gebruiksaanwijzing vortex houtkachel

99

Gebruiksaanwijzing Vortex 6,9 en 12

Voorwaarden voor de installatie

– Plaats de kachel op onbrandbare ondergrond met voldoende draagvermogen
– De onbrandbare ondergrond moet vanaf het deurtje 30 cm zijn en de breedte 80 cm.
– De minimale afstand van brandbaar materiaal zijkant 70 cm
– De minimale afstand van brandbaar materiaal voorkant 125 cm
– De wand achter de kachel dient onbrandbaar te zijn
– Schoorsteen dient te zijn goedgekeurd door een erkende schoorsteenveger, met een minimale diameter van 125 mm. Bij een veel grotere diameter kan  de trek slechter worden. Dit heeft een negatieve invloed op het rendement en het aangegeven aantal kW. Ook een slecht geïsoleerd rookkanaal heeft een negatieve invloed. Bij twijfel hierover raadpleeg uw schoorsteenveger of kachelspecialist. Via ASPB kunt u een bij u in de buurt erkende schoorsteenveger vinden.

Brandstoffen

De Vortex kachels zijn ontworpen voor het stoken van droog loofhout(max. 20% vocht). Waarbij niet te dikke stukken een beter resultaat opleveren. De maximale lengte van de houtblokken is afhankelijk van het formaat kachel. Er zijn diverse eenvoudige houtvochtigheidsmeters in de handel zodat u dit zelf kunt meten.
Vortex 6, +/-30 cm ,1.3 kilo hout per uur is 6 kw.
Vortex 9, +/-40 cm ,1.8 kilo hout per uur is 9 kw.
Vortex 12,+/-50 cm , 2.6 kilo hout per uur is 12 kw.

Wat mag in de kachel

– Droog loofbomenhout, hoe zwaarder het hout is, hoe meer energie er in zit. Elke soort hout geeft zijn eigen vlambeeld en brandduur.

Let op met eikenhout, dit is prima brandhout maar behoeft veel meer voorbereiding; gekloofd eikenhout moet men 2 jaar onafgedekt laten drogen, dit zodat de regen de tannines kan uitspoelen. Hierna moet men het hout nog 2 jaar op een overdekte, winderige plaatst laten drogen, voordat het in de Vortex mag. Als er nog tannines in het hout aanwezig zijn kan bij verbranding looizuur ontstaan, dit tast het staal van de kachel aan en verminderd zo de levensduur van de kachel! Ook bij aanschaf van zogenaamd gedroogd eikenhout dient men zich hiervan te vergewissen. Schade ontstaan door het verbranden van slecht gedroogd hout vallen niet onder de garantie!

 

Wat niet in de kachel mag

Vanwege schade aan de kachel en aan het milieu:

– Alle kunststoffen
– Spaanplaat
– Hout met lijm, verf e.d.
– Houtkrullen, schors en zaagsel
– Nat hout
– Steenkool, cokes e.d
– Brandbare vloeistoffen
– Papier, karton

Aansteken van de kachel

1. Zorg dat alle kleppen open staan; zie tekening, uitlaatklep achter moet met het nokje richting schoorsteen knop 3, van de onderlucht(primair) knop 2 en bovenlucht(secundair) knop 1 moeten volledig ingedrukt staan. Indien de kachel de lucht van de desbetreffende ruimte gebruikt en niet die van buiten is het verstandig dat er ergens een raam of deur een stukje open staat.
2. Leg een aanmaakblokje op de bodem van de brandkamer(asbed) tegen een van de zijkanten bij de luchtgaatjes van de kachel. Steek het aanmaakblokje aan.
3. Stapel enkele kleine droge aanmaakhoutjes over het aanmaakblokje.
4. Doe de deur dicht tot op een kiertje(uiteinde sluiting tegen de sluitpin aan)
5. Wanneer de aanmaakhoutjes goed branden voeg dan 2 a 3 kleine stukjes hout toe, leg deze luchtig over het aanmaakvuurtje. Sluit de deur volledig.
6. Als de brandkamer volledig gevuld is met vuur voeg dan 2 a 3 iets grotere stukken hout toe.
7. Na ongeveer een half uur heeft de kachel zijn temperatuur bereikt en kan knop 2 tot 1/3 naar voren worden getrokken. Een mooi rustig vlammenspel en een grijs gekleurde achterwand zijn een goede indicatie van een volledige verbranding.
8. Voor de meest optimale verbranding voeg hout toe voordat de vorige lading is opgebrand.

Tijdens het stoken

1. De kachel is ontworpen om te branden met de deur gesloten, d.w.z. dan haalt de Vortex zijn opgegeven vermogen en rendement.
2. Tijdens het stoken kan de Vortex worden afgesteld, bijv. bij harde wind kan de uitlaatklep, knop 3 ,iets worden gesloten. Afhankelijk van het weerbeeld en uw uitlaatkanaal kunt u spelen met de kleppen voor het gewenste vlambeeld, spelen met vuur is leuk! De knoppen van de luchtbediening en het deurtje kunnen heet worden, om warme vingers te voorkomen kunt u een hittebestendige handschoen gebruiken.
3. Bij het afstellen van de kachel is het van belang dat er geen onvolledige verbranding ontstaat. Een onvolledige verbranding onstaat als er te weinig lucht wordt toegevoegd doordat de primaire,secundaire en/of uitlaatklep teveel of te vroeg worden geknepen. Een onvolledige verbranding kan ook ontstaan door toevoeging van te veel of te nat hout. Een onvolledige verbranding herkent u door een toename van rookontwikkeling in de brandkamer, het doven van het vuur en roetafzetting tegen de ruit.
4. Indien de ruit vies is geworden kan men de ruit weer schoonbranden door er meer hout op te leggen met de secundaire lucht (knop 1) volledig open, uitlaatklep open, primaire lucht (knop 2) 1/3 dicht. Koude ruit is ook schoon te maken door met een vochtig wc papiertje met wat witte as de aanslag te verwijderen.
5. In principe is punt 4 de basisafstelling en word het vermogen(KW) bepaald door de hoeveelheid hout en soort hout per lading.

tek-gebruiksaanw